Gekleurde lijnen die door elkaar lopen, wisselend van elkaar afgaan en naar elkaar toegaan. Het is een symbolisering van meningen die soms gelijklopen en soms niet.

Beeld: fotograaf onbekend

Tips voor intersekse-inclusieve organisaties

De kans dat intersekse personen zich bekendmaken bij een intersekse-inclusieve organisatie is erg klein als de organisatie niet in de praktijk laat zien dat intersekserechten ondersteund worden. In dit artikel wordt kort uitgelegd hoe een organisatie intersekse-inclusief kan werken, zelfs als er nog geen contact is gelegd met intersekse personen.

Intersekse personen zijn door pathologisering, schaamte en taboe vrijwel onzichtbaar in onze maatschappij. Als intersekse personen zich al verenigd hebben, dan is dat vooral in patiëntenverenigingen. Van de 85.000 intersekse personen in Nederland (1:200) is ongeveer 1,5 procent lid van een patiëntenorganisatie of een contactgroep. In Nederland is OII Nederland de eerste contactorganisatie voor intersekse personen die strikt vanuit een mensenrechtenperspectief werkt. De onzichtbaarheid van intersekse personen is voor veel organisaties reden om te wachten met het toevoegen van intersekse aan het beleid. Maar voor intersekse personen is het ontbreken van beleid bij organisaties juist reden om onzichtbaar te blijven. Organisaties kunnen deze kip/ei-situatie het best doorbreken door de duidelijk te communiceren dat ze de wensen van de internationale intersekseorganisaties steunen.

Tips: Algemeen

  • Steun de Verklaring van Malta.
    Deze verklaring met eisen van de internationale intersekse gemeenschap is in december 2013 opgesteld door 30 intersekse-organisaties uit de hele wereld. De officiële titel is ‘Public Statement by the Third International Intersex Forum’ en de tekst is beschikbaar in het Nederlands en het Engels.
  • Praat met ons, niet over ons.
    Betrek ons bij het bepalen van beleid en zie intersekse niet alleen als een ‘doelgroep’ of ‘argument’. Te vaak gebruiken anderen intersekse als argument om hun gelijk te halen in een discussie die niet over intersekse gaat en waar intersekse mensen ook niets mee opschieten. Dat wordt objectiviatie of  instrumentalisatie genoemd – doe dat niet, het is niet aardig en ook niet netjes.
  • Denk aan je taalgebruik.
    Het is intersekse, met een e op het eind, dus niet interseks of intersex. En we zijn intersekse personen (met een spatie), dus niet interseksuelen of interseksen. Het woord hermafrodiet wordt door sommige intersekse personen als geuzennaam gebruikt, maar het is iets anders dan intersekse – de meeste intersekse mensen ervaren het woord hermafrodiet zelfs als beledigend.
  • Zorg ervoor dat de toevoeging van de intersekse aan het beleid zinvol is.
    Het automatisch toevoegen van het woord intersekse aan teksten leidt niet tot wezenlijke verbetering voor intersekse personen. Voeg intersekse daarom alleen toe als het beleid daadwerkelijk intersekse personen betreft.
  • Maak intersekse zichtbaar.
    Dat kan kleinschalig, bijvoorbeeld door informatie van NNID te delen op je eigen website/Facebook-pagina. Maar nog beter is het om intersekse op te nemen in je projecten – NNID wil je daar graag bij helpen.
  • Intersekse is geen ziekte
    Hoewel intersekse personen soms een uitgebreide medische voorgeschiedenis hebben, zijn wij niet per se ziek. De i van lhbti staat nadrukkelijk niet voor de medische aspecten.
  • Intersekse is meestal niet aan de buitenkant (of aan de genitaliën) te zien.
    Je kunt daarom niet op voorhand zeggen welke vorm van intersekse iemand heeft. Het is ook niet mogelijk om te zien of iemand wel of geen medische behandeling heeft gehad
  • Intersekse is niet hetzelfde als ambigue genitaliën.
    Bij 1 op de 4500 kinderen is bij de geboorte aan de geslachtsdelen niet goed te zien of het een jongen of een meisje is. Dit wordt ‘ambigu genitaal’ genoemd, hoewel niemand precies weet waar ‘normaal’ eindigt en ‘ambigu’ begint. In totaal komt intersekse veel vaker voor: 1 op de 200 geboorten. Er zijn zelfs wetenschappelijke publicaties die over 1,7% spreken. Bij de meeste intersekse personen is het geslacht volkomen duidelijk, zowel voor henzelf als voor anderen. Voorkom daarom ongewenste stereotypen als ‘onduidelijk geslacht’ en ‘van buiten vrouw, van binnen man’.
  • De meeste intersekse personen identificeren zich als man óf vrouw.
    Neem niet automatisch aan dat iemand non-binair is of intersekse als een derde geslacht ervaart.
  • Intersekse is geen seksuele oriëntatie of genderidentiteit.
    Neem niet automatisch aan dat we ook homo, lesbisch, bi, transgender of queer zijn. Bij intersekse personen komt net als bij andere mensen een breed scala aan seksuele orientaties en genderidentiteiten voor. Intersekse wordt door de meeste mensen niet beschouwd als een identiteit. Wat we met elkaar gemeen hebben is dat lhb, t en i samen werken aan emancipatie en mensenrechten van personen die geconfronteerd worden met de sociale constructies van man en vrouw.
  • Op intersekse rust nog steeds een taboe.
    Ga er niet vanuit dat iemand die zichzelf aan jou bekendmaakt als intersekse ook ‘out’ is naar anderen.
  • Geen van bovengenoemde tips gelden voor alle intersekse personen.
    Neem daarom niets automatisch aan.
  • Gebruik de informatie op deze website als uitgangspunt om het gesprek met ons aan te gaan.

Seksediversiteit binnen lhbt(i)-organisaties

Rondvraag onder leden van patiëntenorganisaties laat zien dat onder hen weerstand bestaat het toevoegen van intersekse als onderdeel van lhbt. Zij zien, terecht, intersekse niet als een seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Ook  NNID gaat er niet vanuit dat intersekse deel uitmaakt van de lhbt-gemeenschap. Maar daar volgt niet uit dat NNID de patiëntenverenigingen als de enige vertegenwoordigers van intersekse personen beschouwt. NNID steunt daarom de toevoeging van de i aan lhbt door organisaties die zich werkelijk inzetten voor de rechten van intersekse personen. Uitbreiding van lhbt naar lhbti, dus opname van intersekse als een aparte groep, is een realiteit waardoor lhbti-organisaties stakeholder zijn geworden in het intersekse-emancipatieproces. Maar het principe ‘nothing about us, without us’ blijft gelden. Met andere woorden: intersekse mag niet instrumenteel zijn aan beleid voor de andere groepen binnen de lhbti-organisaties, en intersekse personen moeten zeggenschap hebben over het te volgen beleid.

Sinds 2008 hebben een aantal organisaties belangrijke stappen genomen om intersekse personen in hun beleid te betrekken:

  • De International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans and Intersex Association (ILGA World) vertegenwoordigt als parapluorganisatie ruim 1500 lhbt(i)-organisaties uit meer dan 150 landen. In 2008 is intersekse aan het beleid toegevoegd en inmiddels heeft de internationale interseksegemeenschap via het ILGA Intersex Committee een zetel in het bestuur gekregen. NNID was nauw betrokken bij de vertegenwoordiging van intersekse binnen ILGA World; van december 2016 tot maart 2019 hield NNID het ILGA World Intersex Secretariat en was NNID-directeur Miriam van der Have bestuurslid van ILGA World.
  • Als onderdeel van het emancipatiebeleid heeft de Nederlandse overheid in 2016 het lhbt-beleid gewijzigd in lhbti-beleid.
  • De Algemene Ledenvergadering van COC Nederland heeft op 24 Juni in Den Bosch besloten de samenwerking met de interseksebeweging te versterken. De twintig lidverenigingen van het COC besloten unaniem tot aanpassing van het COC-mandaat. Het COC gebruikt voortaan de afkorting lhbti, voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, trans- en intersekse personen. Het COC werkt hierbij nauw samen met NNID.

NNID is direct betrokken bij deze ontwikkelingen en hoopt dat meer organisaties volgen. Maar het intersekse-inclusief maken van een lhbt-organisatie vraagt meer dan het politiek-correct vervangen van het woord transgender door transgender en intersekse terwijl er feitelijk geen link is met intersekse. Hoe goed ook bedoeld, zo wordt het voor de meeste mensen alleen maar minder duidelijk dat er een verschil bestaat tussen transgender en intersekse.

Tips

  1. Gebruik het acroniem lhbti alleen als je het over alle vijf de groepen tegelijk hebt.
    Lhbti is een verzamelnaam die te vergelijken is met het begrip ‘politieke partijen’ – als in de politiek nieuws is over twee partijen, schrijft een krant ‘VVD en CDA zijn het eens geworden’ en niet ‘de politieke partijen zijn het eens geworden’. Dus ILGA is een lhbti-organisatie, maar NNID is een intersekse-organisatie en TNN is een transgender-organisatie.
  2. Niet iedereen wil bij lhbti horen.
    Net zoals lang niet alle mannen die seks hebben met mannen zich als homo identificeren, herkennen niet alle intersekse personen zichzelf in de termen intersekse (of DSD). Maar ook als mensen wel de termen intersekse en DSD gebruiken, betekent dat nog niet dat zij zich herkennen in de term lhbti. Respecteer dat, maar houd deuren open voor wie zich wel wil aansluiten bij lhbti.
  3. Overweeg gebruik van het acroniem SOGIESC
    De letters SOGIESC staan voor Sexual Orientation, Gender Identity & Expression, and Sex Characteristics (seksuele oriëntatie, genderidentiteit & -expressie, en geslachtskenmerken). Het acroniem werd oorspronkelijk bij de Verenigde Naties gebruikt omdat lhbt(i) voor sommige VN-lidstaten onbespreekbaar was. Tegenwoordig wordt het ook steeds meer buiten de VN gebruikt, al dan niet voluit geschreven, omdat het de aanduiding inclusiever is. Dat betekent dat geen speciale positie voor een minderheid wordt gevraagd, maar dat gevraagd wordt minderheden dezelfde rechten te geven als de rest van de bevolking.
  4. Steun elkaar, maar misbruik elkaar niet.
    Bij het veranderen van sociale waarden die te maken hebben met de begrippen ‘man’ en ‘vrouw’ is samenwerking noodzakelijk, maar groepen mogen elkaar niet instrumentaliseren. Daarom is het wenselijk om in een lhbti-presentatie uit te leggen wat intersekse is, maar beweren dat trans een vorm van intersekse op hersenniveau is, is een voorbeeld van instrumentalisatie.
  5. Voorkom het politiek-correct toevoegen van de i.
    Waar vroeger alleen het woord trans werd gebruikt, wordt nu vaak politiek correct ‘trans en intersekse’ gebruikt, ook als er feitelijk geen link is met intersekse. Dat is ongewenst omdat het op die manier minder duidelijk wordt dat er een verschil bestaat tussen trans en intersekse.
  6. Je eigen lhbt-ervaringen kun je niet extrapoleren naar intersekse.
    Luister naar de ervaringen van intersekse personen, maar houd je vragen globaal en niet te persoonlijk. Bijvoorbeeld, vragen welke vorm van intersekse iemand heeft wordt meestal niet gewaardeerd; vraag liever of de persoon iets kan vertellen over intersekse. Intersekse personen zijn op geen enkele manier verplicht om hun persoonlijke ervaringen met anderen te delen.

Informatie voor bondgenoten

Onderstaande documenten geven inzicht hoe iemand of een organisatie een bondgenoot van de interseksegemeenschap kan zijn, zelfs als er geen direct contact is met intersekse personen:

  • [PDF] Ghattas DC. Standing up for the human rights of intersex people: how can you help. Brussels: ILGA Europe & OII Europe, 2015.
  • [PDF] van Hoof J, van der have MJ. Handreiking LHBTI-emancipatie: 10 keer vraag en antwoord over intersekse. Utrecht, Nederland: Movisie / NNID, 2016.

Mensenrechteninformatie

De volgende documenten richten zich op de mensenrechtensituatie van intersekse personen en hoe deze kan worden verbeterd:

  • [PDF] Agius S. Human Rights and Intersex People. Issue Paper. Strasbourg, France: Council of the Europe – Commissioner for Human Rights, 2015.
  • [PDFEuropean Union Agency for Fundamental Rights. The fundamental rights situation of intersex people. Focus Paper. Wien, Österreich: FRA – European Union Agency for Fundamental Rights, 2015.
  • [URL] Malta Statement – Public Statement by the Third International Intersex Forum.

In gesprek met Betsy Driver

Wil je weten wat de interseksegemeenschap bezighoudt? Dan is deze video een goed begin. Betsy Driver vertelt hoe belangrijk het is andere intersekse personen te ontmoeten, hoe artsen chirurgie gebruiken om kinderen te ‘normaliseren’ en wat volgens haar het gezamenlijke doel van de intersekse-gemeenschap is.

Vrouwen met AOS*

In de korte documentaire Vrouwen met AOS* – Inge, Juliette, Mahtab, Nienke vertellen vier vrouwen met AOS (Androgeen Ongevoeligheid Syndroom) over hun ervaringen met lotgenotencontact, openheid en relaties.

Interview met Kitty Anderson en Mika Venhola

Kitty Anderson is co-voorzitter van OII Europe en voorzitter van Intersex Iceland. Mika Venhola, een kinderchirurg uit Finland.

Gekleurde lijnen die door elkaar lopen, wisselend van elkaar afgaan en naar elkaar toegaan. Het is een symbolisering van meningen die soms gelijklopen en soms niet.

Beeld: Miriam van der Have.